8. Bouwen en wonen (VHLOSV)

8.1 Ruimte en leefomgeving

Tot dit taakveld behoren taken op grond van de Wet Ruimtelijke Ordening:

  • Voorbereiden van vaststellen structuurplannen en - visies
  • BGT (Basisregistratie Grootschalige Topografie)
  • Voorbereiden en vaststellen van de gemeentelijke omgevingsvisie
  • Voorbereiden en vaststellen van gebiedsgerichte programma’s
  • Voorbereiden en vaststellen van het omgevingsplan
  • CAI, breedband en glasvezel aanleg
  • Voorbereiden en vaststellen bestemmingsplannen
  • Faciliterend grondbeleid (passief grondbeleid)
  • Voorbereiding op Omgevingswet, bijvoorbeeld (kapitaal-) lasten Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO)
  • (leges) omgevingsvergunning buitenplanse omgevingsplanactiviteit

Wat hebben wij daarvoor gedaan?

In 2022 heeft het Programma Implementatie Omgevingswet de organisatie verder voorbereid op de komst van de Omgevingswet. Aanvankelijk zou de wet per 1 januari 2023 ingaan. In november verschoof de minister van VRO de beoogde invoeringsdatum naar 1 juli 2023. Inmiddels heeft de Minister 1 januari 2024 als invoeringsdatum van de Omgevingswet voorgelegd aan de Tweede en Eerste Kamer. 

De voorbereidingen die in het begrotingsjaar 2022 getroffen zijn, hebben betrekking op 7 pijlers:

  • Omgevingsvisie: er zijn bouwstenen en een procesnotitie opgesteld voor de totstandkoming van de Omgevingsvisie. Daarnaast hebben participatiebijeenkomsten plaatsgevonden en zijn voor de uitwerking van de Omgevingsvisie 4 perspectieven geformuleerd 
  • Omgevingsplan: de gemeentelijke regelgeving, waaronder de bestemmingsplannen, zijn verder toegespitst op het Omgevingsplan, dat van inwerkingtreding van rechtswege ingaat. Bijbehorende benodigde verordeningen en nota's zijn verder voorbereid, maar kunnen pas ter vaststelling aan de raad worden voorgelegd vlak voor inwerkingtreding
  • Vergunningverlening & Dienstverlening: hierbij gaat het om de werkprocessen rondom de uitvoering. Procedures, werkafspraken, systemen en kennismanagement zijn verder afgestemd op het kunnen uitvoeren onder de Omgevingswet. In 2023 wordt verder geoefend en doorontwikkeld, om de dienstverlening nog meer te verbeteren
  • Toezicht en Handhaving: de toezicht- en handhavingstaken zijn aangepast op de komst van de Omgevingswet. Maar vooral ook op de Wet kwaliteitsborging, die gelijktijdig met de Omgevingswet inwerking treedt, zijn voorbereidingen getroffen op het gebied van procedures, werkafspraken en systemen
  • Stadsbeheer: de uitvoering en het beheer op de openbare ruimte is ook van toepassing op de fysieke leefomgeving; dit aspect is betrokken op de eerder genoemde pijlers
  • Anders werken: van de organisatie in het domein Ruimte breed wordt gevraagd op een manier te werken onder de Omgevingswet. Hiervoor hebben trainingen plaatsgevonden

Verder heeft de programmaorganisatie gekeken wat het uitstel betekent voor de gemeente. Voorbereidingen moesten verlengd worden, meer tijd om te oefenen en systemen in te richten en de planning opschuiven naar de volgende beoogde invoeringsdatum. De financiële implicaties zijn meegenomen in de P&C-cyclus. 

Speerpunt

Status

Implementatie Omgevingswet

Inwoners zijn gebaat bij een goede ruimtelijke ordening in de gemeente. Alle wetten voor de leefomgeving worden met de Omgevingswet gebundeld in één wet die op 1 juli 2022 wordt ingevoerd. De gemeente gaat werken volgens deze wet. Belangrijke instrumenten hierbij zijn de Omgevingsvisie en het Omgevingsplan die in de komende collegeperiode worden vastgesteld.

Acties o.b.v. begroting:

In 2022 wordt de ‘bruidsschat’ geïmplementeerd en minimaal 10 gemeentelijke verordeningen verwerkt in het omgevingsplan in wording. Daarnaast wordt een test-omgevingsplan met succes ontsloten via het DSO.
In 2022 en 2023 wordt het tijdelijke omgevingsplan omgezet in het definitieve omgevingsplan. Eveneens worden in die periode de vier bouwstenen worden uitgewerkt in één Omgevingsvisie.

Stand van zaken:

De Rijksoverheid heeft de invoering van de Omgevingswet uitgesteld. De wet wordt volgens de huidige planning op 1 januari 2024 ingevoerd. Tijdens het begrotingsjaar 2022 heeft Leidschendam-Voorburg gestuurd op het behalen van de minimale vereisten die de VNG voorschrijft voor de Omgevingswet. Leidschendam-Voorburg werkt verder aan het behalen van de minimale vereisten, dat onder andere afhankelijk is van ontwikkelingen op landelijk en regionaal niveau en de beleidsontwikkeling binnen de gemeente. Niettemin ligt Leidschendam-Voorburg op schema.

Wat heeft het gekost?

Ruimte en leefbaarheid

Primitieve
begroting
2022

Begrotings-
wijzigingen
2022

Begroting
na wijziging
2022

Realisatie
2022

Voor- / nadeel

Lasten

3.275

824

4.099

3.365

734

Baten

887

184

1.070

548

-523

Saldo van lasten en baten

-2.388

-640

-3.029

-2.817

211

Bedragen x € 1.000

De lasten betreffen de implementatie van de Omgevingswet, de kapitaallasten Rietvink, de kosten die de gemeente maakt voor ruimtelijke ontwikkelingen (kostenverhaal), het herzien van bestemmingsplannen en de beleidsadvisering ruimte en grondbeleid.
De baten betreffen de inkomsten uit het kostenverhaal van de gemeentelijke kosten ten behoeve van ruimtelijke ontwikkelingen.

Deze pagina is gebouwd op 07/13/2023 13:47:47 met de export van 07/13/2023 13:26:25